In de kapel van Onze-Lieve-Vrouw-van-Mirakelen branden altijd kaarsen. Reeds eeuwenlang komen de Mechelaars er bidden bij het beeld van de Moeder Gods, die in de volksmond steevast de "Zwarte Lieve Vrouw" wordt genoemd.
Toen de Mechelaar Jan de Leeuw in 1450 bij paus Nicolaas V de jubileumaflaat verkreeg voor de Mechelse kerken bracht hij uit Rome vermoedelijk deze icoon mee. Het is een (artistiek zeer vrije) kopie van het altaarstuk in de Sancta Maria de Aracoeli in Rome. De icoon zit gevat in een mooie lijst van donker hout en sierlijk gedreven koperen platen. Kardinaal Van Roey, die de Sancta Maria de Aracoeli als titelkerk had, liet de kapel die toegewijd was aan de Heilige Naam van Jezus in 1935 herinrichten voor de Mariaverering. Zijn gedachtenis wordt er dan ook bestendigd door een borstbeeld gemaakt door Kamiel Colruyt.
De icoon uit het hoofdaltaar van de Sancta Maria de Aracoeli te Rome.
Onze-Lieve-Vrouw van Mirakelen.
De voormalige kapel van de Zoete Naam Jezus met de icoon op haar vroegere plaats.